Kasteel Mariadal en cultuurhoeve

Op de plaats van het huidige Mariadalcomplex (Kouterweg 2), in het gemeentelijke park in Zaventem, bevond zich in de 15de eeuw een pachthof dat een leen uitmaakte van de hertog van Brabant. Het was afhankelijk van het oude slot "ter Meeren" van de gelijknamige heren van Zaventem. Wegens allerlei erfelijke scheidingen zou het pachthof echter een eigen weg volgen. In de 16de eeuw werd het hof verdeeld in een buitengoed en een hoeve. Beiden werden apart verkocht aan Brusselse edellieden. In de 17de eeuw werd het domein herenigd. Een gedeelte van dit 17de-eeuwse pachthof, toen "hof van Ophem" genoemd, bestaat nog. Het gaat hier om het inmiddels aangepaste langsgebouw met poortdoorgang in lokale witte zandsteen. Het gebouw telt twee verdiepingen en wordt afgedekt met een gebogen zadeldak met kleine dakkapellen. De zijkant is voorzien van een trapgevel met rechthoekige muuropeningen. Vandaag worden in de gerestaureerde hoeve culturele activiteiten georganiseerd. In 1896 werd de hoeve "van Ophem" opgekocht door baron Emile de Munck, een archeoloog. Hij deed o.a. opgravingen in de onmiddellijke omgeving (Romeinse vondsten). Het grootste gedeelte van de hoeve werd afgebroken en op de oorspronkelijke zandstenen grondvesten liet de Munck het kasteel Mariadal optrekken in baksteenmetselwerk. Het gebouw telt twee bouwlagen en zeven traveeën waarvan er een wordt ingenomen door de ronde toren. Het zadeldak telt verscheidene dakkapellen. In 1920 werd het kasteel verkocht aan PJ Gonze die de basis legde van het omringend park. Mariadal werd tenslotte in 1937 aangekocht door de gemeente Zaventem. Achtereenvolgens waren erin gevestigd: rijksmiddelbare school, horecabedrijven, diensten van het O.C.M.W. Het complex werd verbouwd en gerestaureerd en in 1988 heropend als cultureel ontmoetingscentrum.

In de onmiddellijke omgeving:

"Levensdroom"

In de voortuin van het WZC Trappeniers staat werk van de grote kunstenaar en beeldhouwer Rik Poot (geboren te Vilvoorde in 1924). Hij streeft ernaar in zijn beelden het gevoel tot uitdrukking te brengen dat de mens uit zijn angst moet bevrijd worden om in harmonie met de natuur te leven. Zijn beelden sieren vele plaatsen in het land. In 1933 kapte hij in opdracht van de Kamer uit witte Carraramarmer het borstbeeld van gewezen eerste minister Leo Tindemans. In hetzelfde jaar maakte hij het beeld "Europa" in opdracht van de Belgische regering. Het werd naar aanleiding van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie aangeboden aan de staatshoofden van de landen van de EU. Met het werk "Levensdroom", in de gestalte van een jonge levenslustige vrouw, wordt de link gelegd naar de onuitgesproken in de herinnering levende dromen van bejaarde mensen.

Centrumpark met "De Motte" en de schandpaal

Dit grootste gemeentelijk park met het zwemcomplex "De Motte" en de aangrenzende ligweide vormt een uniek geheel waar iedere bezoeker aan zijn trekken komt. Tussen het zwembad en de grote visvijver bevindt zich de beschermde kastanjeboom (K.B. 13.08.1953). De naam "De Motte" werd ontleend aan de historische plaatsnaam "motte" of "borcht" van de heren van Zaventem. Volgens lokale historici zouden er te Zaventem twee burchten gestaan hebben: één op de plaats van de huidige "Uilentoren", de andere gelegen achter de zgn. "Ursulevijver" (huidige visvijver in park). Hier stond dan later (circa 1550) het kasteel van de familie van der Meeren (gesloopt in 1927). De plaats achter de vroegere "Ursulevijver" heette "De Motte" (verhevenheid, heuvel, waterburcht). In 1463 was er in elk geval sprake van een hier gelegen vesting of burcht. Op het voorplein van het kasteel "ter Meeren" stond eertijds een schandpaal opgesteld. Er zijn elementen uit de geschiedenis van Zaventem die het bestaan ervan kunnen rechtvaardigen. In 1629 verkreeg baron Ferdinand de Boisschot, heer van Zaventem, het recht "misdadigers te vonnissen" op het grondgebied van zijn bezittingen. Bovendien beschikte Zaventem over zijn eigen "Dingebank", een rechtsorgaan op lokaal vlak. Het staat immers vast dat de schandpaal in 1926, bij de afbraak van het kasteel "ter Meeren", naar een ondertussen al lang niet meer bestaand museum te Vilvoorde werd overgebracht. Rond 1964 belandde de paal dan in het domein "De Drie Fonteinen". In het verleden hebben verschillende mensen zich ingezet om de oorspronkelijke schandpaal terug naar Zaventem te halen, doch alle pogingen liepen op een sisser uit. In het kader van het 50-jarig bestaan van het Gemeentelijk Feestcomité (1996) werd het initiatief genomen om een natuurgetrouwe replica van de schandpaal aan de gemeente te schenken. De beeldhouwer-steenbewerker Louis Juchtmans werd met deze klus belast. Er werd geopteerd om de replica naast de toegangstrap van het gemeentelijk zwembad op te stellen, zo dicht mogelijk bij de waarschijnlijk oorspronkelijke standplaats.

Gedenkteken der Gesneuvelden

Een groot aantal inwoners van Zaventem nam heldhaftig deel aan de beide wereldoorlogen. De namen van de gesneuvelden staan gegrift in het oorlogsgedenkteken. Dit hardsteenstandbeeld werd door hun dankbare dorpsgenoten in 1921 opgericht op het toenmalige Statieplein, later herdoopt in Heldenplein. Het beeld stelt een Belgische soldaat op wacht voor, uitgedost in de traditionele militaire uitrusting gedragen tijdens de eerste wereldoorlog. Om verkeerstechnische redenen werd het gedenkteken op 24 juni 1976 overgebracht naar de driehoek bij de uitmonding van de Stationsstraat op de Hector Henneaulaan.